Dans is een democratische daad

Interview met artistiek directeur Emily Molnar

Een gesprek met Emily Molnar, artistiek directeur van Nederlands Dans Theater
“Het waarom en het hoe zijn net zo belangrijk als het wat.”

In een periode waarin een minuscuul virus immense gevolgen heeft, ook voor de internationale danswereld, heeft Emily Molnar (1973, Canada) haar start gemaakt als artistiek directeur van het Haagse topdansgezelschap. Wie is de vrouw die na 11 jaar succesvol leiderschap in Canada de Atlantische Oceaan overstak naar Europa, het continent waar ze als danseres bij Ballett Frankfurt werkzaam was onder leiding van choreograaf William Forsythe? Een gesprek over samenwerking, omgaan met verwachtingen en over wat het betekent vandaag de dag te dansen: “Alles is uiteindelijk altijd een work-in-progress.”

Tekst: Annette Embrechts

Creatieve ruimte
Ze heeft het meermaals benadrukt, ook in haar vorige functie als artistiek directeur van het Canadese Ballet BC (British Columbia): “Als ik mijn werk goed doe, ben ik onzichtbaar. Mijn rol is achter de schermen een collaboratieve omgeving creëren, zodat kunstenaars en alle leden van het gezelschap hun creatieve potentieel optimaal kunnen onderzoeken.” Emily Molnar heeft een duidelijke visie op haar positie als nieuwe artistiek directeur van Nederlands Dans Theater (NDT): “Mijn stem ondersteunt en verheft de stemmen van anderen.”

Molnar heeft in Canada laten zien hoe groot haar talent is om een organisatie vruchtbaar te leiden. Of het nu gaat om Ballet BC dat Molnar in 2009 bankroet aantrof en elf jaar later florerend achterliet, of om het creëren van een veilige, creatieve ruimte die een wereldwijde conversatie teweegbrengt met internationaal georiënteerde dansers, choreografen en andere kunstenaars. Bij Ballet BC bouwde ze een compleet nieuw repertoire op door een stevige aanpak; ze blies nieuw leven in de artistieke praktijk, trok spannende namen aan en gaf kansen aan jonge, creatieve geesten. “Toen ik als artistiek directeur werd aangesteld, zat Ballet BC zonder programma en midden in een grote financiële crisis. Ik heb bij binnenkomst direct gezegd: geld staat niet gelijk aan niveau. Ik ben de lespraktijk gaan verdiepen, het repertoire gaan vernieuwen en ik brak met slechte gewoontes. Mijn focus lag op het bouwen van een nieuw, op scheppen gericht platform dat zou laten zien wie we waren en waar we naartoe wilden werken als gezelschap.”

Molnar voorzag Ballet BC van een eigentijdse focus. Ze bouwde een breder scala aan opdrachten. Bovendien nodigde ze de dansers uit actief deel te nemen aan gesprekken over het gezelschap. “Een eigentijds dansgezelschap is geen hiërarchisch instituut maar een democratisch platform om kennis, ideeën, verantwoordelijkheden en risico’s te delen. Ik zie dansers als volwaardige medespelers bij de creatie van nieuwe werken, ook nu bij NDT. Zo dragen en voelen zij artistieke medeverantwoordelijkheid voor het resultaat op het podium.”

Foto: Rahi Rezvani

Een eigentijds dansgezelschap is geen hiërarchisch instituut maar een democratisch platform om kennis, ideeën, verantwoordelijkheden en risico’s te delen. Ik zie dansers als volwaardige medespelers bij de creatie van nieuwe werken, ook nu bij NDT.

Focus op vrouwelijke stemmen
Lang voordat Molnar in Vancouver de touwtjes in handen kreeg, kende ze het in 1986 opgerichte Ballet BC van binnenuit. Ze danste er vier jaar als solist na haar terugkomst uit Duitsland. Daar had ze bij Ballett Frankfurt onder leiding van William Forsythe vijf jaar intensief gepiekt.

'Solo Echo' van Crystal Pite. Foto: Rahi Rezvani.

Onder Molnars leiding bracht Ballet BC in negen jaar liefst 45 nieuwe werken uit! Het gezelschap brak internationaal door, met als kroon op het werk: de nominatie in 2019 voor de prestigieuze Britse Olivier Award voor ‘beste nieuwe dansproductie’, met het drieluik, bestaande uit 16 + a Room (een choreografie van Molnar zelf), Solo Echo van haar mede-Canadese Crystal Pite (associate choreographer van NDT sinds 2008) en Bill van het vernieuwende duo Sharon Eyal & Gai Behar uit Israël (ook regelmatig bij NDT aan het werk). In dit drieluik focuste Molnar op sterke vrouwelijke choreografen, ideeën en stemmen.

Ook de connectie met NDT is daarin al merkbaar: Pite choreografeerde het veelgeprezen Solo Echo voor NDT 1 in 2012 – haar vijfde creatie in Den Haag. Molnar zag het en zette het direct op het repertoire van Ballet BC. Haar eigen bijdrage aan deze genomineerde triple bill van vrouwelijke choreografen, 16 + a Room, is geïnspireerd op teksten van vrouwelijke schrijfsters (Virginia Woolf, Jeannette Winterson en Emily Dickinson): “Ik heb de dansers bijvoorbeeld laten improviseren op fragmenten uit Woolfs The Patterns of Ordinary Experience.” De winst voor beste Britse dansproductie ging uiteindelijk naar een hiphopvoorstelling maar grappig genoeg was haar grote inspirator Forsythe wel een van haar concurrenten voor de winst, met Playlist (Track 1,2), gemaakt voor het English National Ballet.

Verhuizen door het land
Op vierjarige leeftijd rende en sprong Molnar zo energiek door het huis dat haar oma haar ouders adviseerde hun dochter aan te melden voor danslessen. Molnar komt uit een atletische familie en heeft een oudere zus en twee jongere broers. Haar vader speelde op professioneel niveau Canadian football en werkte daarnaast als ingenieur. Haar moeder volgde een gezondheidsopleiding aan de universiteit van Utah, met dans als keuzevak. “Zij heeft nog lessen gevolgd bij Merce Cunningham en John Cage! Jaloersmakend!”

Vanaf haar vijfde bracht Molnar elke dag door in de dansstudio. Op haar zevende kocht ze een paar spitzen, zonder toestemming van haar Russische danslerares. “Toen zij mij daarmee zag aanmodderen, zei ze, vooruit, kom hier, dan leer ik je hoe je goed op spitzen kunt dansen.” Na een succesvolle auditie bij de National Ballet School of Canada verliet de jonge Emily op haar tiende haar familie voor een verhuizing naar Toronto aan de andere kant van het land. Daar studeerde ze op 16-jarige leeftijd af met een stagecontract bij The National Ballet of Canada, onder artistieke leiding van Reid Anderson.

Het was een fenomenale kans om met de leading minds in de danswereld te werken.

In de zomer van 1990, een maand in haar stagetijd, kwam Forsythe naar de National Ballet of Canada om een wereldpremière te creëren, The Second Detail. Forysthe toonde grote interesse in het werken met de jonge Molnar, waardoor haar meteen een officieel contract bij het National Ballet of Canada werd aangeboden. Vier jaar later, toen Forsythe terugkwam naar Toronto om Herman Schmerman op te voeren, nodigde hij Molnar om onder zijn artistieke leiding deel te worden van Ballett Frankfurt. Zo vertrok ze op haar 21e naar Duitsland om daar vijf jaar te werken op de toppen van haar kunnen als creatieve danseres. “Het was een fenomenale kans om met de leading minds in de danswereld te werken.”

Work-in-progress
“Toen ik in Frankfurt begon, werd mij gevraagd om alles wat ik wist over dans, te heroverwegen. Een opwindende uitdaging! William bood zijn dansers een gigantische vrijheid door hen hun individuele verantwoordelijkheid te laten nemen. Hij leerde me enorm veel over nieuwsgierigheid, experimenteren en het nemen van risico’s.” Daarom zijn veel van zijn dansers succesvol geworden in choreograferen of het leiden van gezelschappen elders, zoals Crystal Pite en haar gezelschap Kidd Pivot. Toen Molnar op haar 21e  toegang kreeg tot Forsythe’s improvisatietechnologie dompelde ze zich volledig onder. “Soms stond mijn hoofd op ontploffen, zo uitdagend was het.” Ze leerde er alles, hoe het academisch ballet de optimale basis is voor bijna alle eigentijdse dans. Hoe je een veilige omgeving creëert voor het stellen van onverwachte vragen. Hoe je risico inbouwt. Hoe je altijd alles ter discussie kunt blijven stellen. Tot ver voorbij de première. “Hij kon daags voor de première hele muziekstukken eruit gooien. Van hem heb ik geleerd dat alles altijd een work-in-progress is.” Forsythes vooruitziende blik blijft resoneren in Molnars huidige visie op dans.

William Forsythe creëerde ook meerdere werken voor NDT. Zijn debuutcreatie voor het gezelschap 'Say Bye Bye' maakte hij in 1980. Foto: Jorge Fatauros

Molnar voelde zich bevoorrecht om deel uit te maken van het vernieuwende en creatief stimulerende Ballett Frankfurt. Maar toen ze de leeftijd van 26 naderde (met een professionele carrière van tien jaar op zak!) liep ze tegen een burn-out aan. “Ik stelde mezelf hele persoonlijke vragen. Ik dacht erover na te stoppen met dans en antropologie te gaan studeren vanwege mijn brede, diepgewortelde interesse in de mensheid. Ik realiseerde me echter al vrij snel dat deze nieuwsgierigheid door mij alleen bevredigd kon worden met dans. De kunstvorm heeft mij nooit in de steek gelaten, alleen de eisen rondom dans wel. Toen ik dat besefte, wist ik dat ik dieper moest gaan. Maar op een andere manier.”

Ze keerde terug naar Vancouver, danste als solist bij Ballet BC, gaf les en leiding aan een jeugdgezelschap bij Arts Umbrella en begon van daaruit aan een unieke freelance carrière met eigen projecten en choreografieën voor gezelschappen over de hele wereld.

Molnars traject als danseres en choreografe is bepalend geweest voor haar huidige, gedurfde leiderschap. “Van jongs af aan kreeg ik de kans om samen te werken met hedendaagse dansmakers. Dat heeft op organische manier mijn natuurlijke nieuwsgierigheid aangewakkerd. Ik ben altijd geïnteresseerd in het grotere perspectief: waarom doen we wat we doen? Hoe maken we iets, hoe manifesteren we een idee door middel van de expressie van het lichaam? Hoe verbindt kunst de wereld? Wat is de ontwikkeling van een kunstenaar? Het waarom en het hoe zijn nét zo belangrijk als het wat. Het gaat om de durf altijd in het nu te zijn en erop te vertrouwen dat creativiteit gaat stromen wanneer je naar je eigen stem luistert. Daarbij moet je het grotere plaatje nooit uit het oog verliezen. Dat zal ik ook in Den Haag propageren.”

Dans is, in de kern, een democratische daad. Het herbergt een onuitgesproken intelligentie over gemeenschap en zelfexpressie. We spreken niet allemaal dezelfde taal maar we delen dezelfde ruimte. Binnen tien minuten zijn lichamen van dansers vertrouwd met elkaar, hoe divers ze ook zijn. Dat vind ik een prachtige metafoor voor een kleurige samenleving.

Dialoog met het publiek
Volgens Molnar blijft alles in voortdurende staat van ontwikkeling, iets wat ze ook het publiek van Nederlands Dans Theater wil voorhouden: het is geen ‘af’ resultaat wat op het podium staat. Er wordt dagelijks aan verder gewerkt. Juist daarom wil ze de toeschouwers meer bij het proces betrekken. “Ik hecht grote waarde aan het gesprek met het publiek; ik wil een dialoog aangaan over hun ervaringen. Die feedback-loop is erg belangrijk voor me. Dans is, in de kern, een democratische daad. Het herbergt een onuitgesproken intelligentie over gemeenschap en zelfexpressie. We spreken niet allemaal dezelfde taal maar we delen dezelfde ruimte. Binnen tien minuten zijn lichamen van dansers vertrouwd met elkaar, hoe divers ze ook zijn. Dat vind ik een prachtige metafoor voor een kleurige samenleving.”

Amare in aanbouw (november 2020)

Daarnaast blijft Molnar ook nieuwsgierig naar andere kunstdisciplines en samenwerkingsverbanden. In Canada was ze eveneens directeur Dans van het BANFF Centre for Arts and Creativity. Ze verdeelde haar tijd tussen Ballet BC in Vancouver en ‘The Rockies’, de Rocky Mountains, die het magistrale decor vormden voor interactie tussen kunstenaars uit verschillende disciplines. Wat de imposante natuur betreft is het natuurlijk even wennen in Den Haag, weliswaar een stad aan zee, met nu nog het Zuiderstrandtheater, maar straks in hartje centrum het nieuwe cultuurcentrum Amare. “Ik kijk uit naar de samenwerking met het Residentie Orkest, het Koninklijk Conservatorium en het Dans en Muziekcentrum. Het wordt een centrum met een gevarieerde en opwindende programmering voor de Haagse gemeenschap en ver daarbuiten. En het biedt een prachtige gelegenheid voor uitwisseling. Samen gaan we van Amare een huis voor creativiteit maken.”

Zestig jaar jong
Door de impact van de coronapandemie moest Molnar een geheel nieuwe invulling geven aan het NDT-programma van seizoen 2020-2021. “Deze tijd dwingt ons te reflecteren en onze visie te vernieuwen; dit is niet het seizoen dat we planden, maar het zal het seizoen zijn dat ons op nieuwe en unieke manieren definieert. Voor een internationaal gezelschap zoals NDT, hebben de huidige wereldwijde beperkingen een enorme impact. Toeren door Nederlands en het buitenland met een groot ensemble kan nu niet zo maar. Met speciaal aangepaste programma’s richten we onze focus op alternatieve formats zoals livestreaming, maar ook locatie-gebonden en installatie-achtig werk. We willen ons aanpassen op een creatieve manier en die verantwoord voelt in deze tijd. Daarom stellen we ook de vraag ‘wat kunnen we nu doen waar we normaliter niet toe in staat zijn?’”

Dit soort vragen bracht NDT ertoe een aantal weken te wijden aan een uitwisseling met lokale kunstenaars. “We vroegen onze dansers met wie ze wilden samenwerken. Dit leidde tot een spannende samenwerking met makers als Redouan Ait Chitt, Michael Schumacher, Anouk van Dijk, Astrid Boons, Amos Ben-Tal, Kenzo Kusuda, Dunja Jocic en Connor Schumacher. Er werken hier veel getalenteerde, internationale kunstenaars. We nodigden achttien verschillende makers met verschillende stijlen en achtergronden uit om hun praktijk met ons te delen. Een prachtige kans om nieuwe instrumenten en werkwijzen te genereren voor toekomstige projecten.”

NDT-dansers in een workshop van Redouan Ait Chitt. Foto: Mikaela Kelly.

Deze tijd dwingt ons te reflecteren en onze visie te vernieuwen; dit is niet het seizoen dat we planden, maar het zal het seizoen zijn dat ons op nieuwe en unieke manieren definieert.

Over de toekomst zegt Molnar: “Ik ben enorm geïnspireerd door de mooie erfenis van NDT en voel me vereerd dat ik de gelegenheid krijg om een nieuw tijdperk van creatieve samenwerking en uitwisseling in te luiden. Het is voor mij van groot belang dat NDT kan blijven gedijen als een toonaangevend huis voor creatie en dat we de weelde aan creatieve stemmen die dit huis vormen, blijven voeden. Mijn komst is een uitgesproken moment om onze deuren verder te openen, nieuw talent binnen te halen en andere benaderingen van het dansveld te onderzoeken, geïnspireerd op de rijke nalatenschap van NDT.”

Molnar is enorm gedreven om jonge kunstenaars te steunen in hun creativiteit en hen door haar leiderschap te verbinden. NDT heeft een prachtige reeks programma’s op het gebied van talentontwikkeling en educatie en Molnar staat te popelen om daarvoor nieuwe ideeën te verkennen: “Ik denk aan een onderzoeksinstituut verbonden aan het gezelschap, die innovatie en creatief denken in een interdisciplinaire omgeving bevordert, maar ook aan een curatorieel platform voor site-specific werk, stages en het bereiken van verschillende gemeenschappen door middel van satellietonderwijsprogramma’s, om er maar een paar te noemen.”

Terwijl Molnar de inhoud van haar functie bij NDT benoemt, vraagt ze retorisch: “Zijn we zestig jaar oud of zestig jaar jong?” Ze is vast en zeker van plan die vraag in de praktijk te beantwoorden: “Het draait om de vraag in hoeverre we onszelf toestaan om risico’s te nemen!”

Mijn komst is een uitgesproken moment om onze deuren verder te openen, nieuw talent binnen te halen en andere benaderingen van het dansveld te onderzoeken, geïnspireerd op de rijke nalatenschap van NDT.