Waar vele professionele dansers hun eerste danspassen al maken zodra ze kunnen lopen, was Colangelo als kind vooral gek op snowboarden; professioneel, freestyle snowboarden om precies te zijn. “Snowboarden was als een obsessie voor mij, zoals voor veel Canadezen. Op een bepaald punt, ik weet niet meer of het kwam door een blessure of door een suggestie van een coach, stond ik ineens in een balletles. Voor mij klikte er iets, vooral door pirouettes en grote sprongen. En dat was het eigenlijk, ik kon niet meer stoppen.”
Colangelo deed zijn professionele dansopleiding eerst bij The Canadian Contemporary Dance Theatre in Toronto en werd hierna toegelaten bij The Juilliard School in New York. Hier werd het zaadje geplant voor zijn toekomst als maker.
“Ik heb erg veel geluk gehad als het gaat om mijn rolmodellen en inspiratie in de wereld van hedendaagse dans. Mijn eerste introductie aan de dansvorm was met geweldige makers en docenten die bijvoorbeeld ook met NDT werken, zoals Jermaine Spivey en Crystal Pite. Toen ik bij Juilliard kwam verdiepte ik die kennis en werden studenten ook uitgedaagd om te gaan choreograferen. Dit werd meteen een soort obsessie voor me. Ik heb altijd erg gehouden van muziek, dus het selecteren van muziek voor dans, het samenwerken met dansers, het bedenken van materiaal en het creëren van een wereld op het podium werkte meteen verslavend voor me. Na mijn afstuderen ging ik door met maken, onder andere voor kleine festivals en lokale choreografiewedstrijden in New York. Dit alles leidde er uiteindelijk toe dat ik besloot een sprong in het diepe te wagen en werk in te sturen voor Copenhagen International Choreography Competition. De tweede keer dat ik meedeed aan deze wedstrijd werd m’n werk opgemerkt door de artistiek directeur van Canadees dansgezelschap Ballet BC en hij nodigde me uit om een werk te maken voor hen. Dat was de eerste keer dat ik zoiets op zo’n grote schaal kon doen en toen begon het balletje ineens héél hard te rollen.”